Slachtoffers van agressie worden vaak zelf als (mede)schuldig gezien
Het idee dat een slachtoffer van een verkrachting het er zelf ook wel naar gemaakt heeft of het zelfs verdiende om te worden verkracht, omdat ze een te strakke gewaagde outfit droeg moet bij ons alle de alarmbellen doen rinkelen. Wanneer dit het geval is dan is dat op de eerste plaats in een poging om de verkrachter vrij te spreken van de verantwoordelijkheid voor zijn misdaad, de bij advocaten zeer geliefde "verzachtende omstandigheden".
Indien de schuld van een verkrachting niet volledig bij de dader maar ook via allerlei slinkse wegen bij het slachtoffer wordt neergelegd maakt dit ons uiteraard woedend omdat deze meestal inhoudelijk berusten op onwaarheden. Wanneer er meer kans bestaat op verkrachting van vrouwen in meer uitdagende (westerse) kleding dan zou het begrip verkrachting dus bijna helemaal niet kunnen bestaan in de traditionele islamitische samenlevingen. Toch is het omgekeerde het geval. Verkrachting en seksueel misbruik zijn endemisch in dergelijke samenlevingen. Volgens de VN heeft maar liefst 99,3 procent van de Egyptische vrouwen melding gemaakt van seksueel misbruik waar ze onder hebben geleden.
Er is een derde, meer algemene reden, dat we terugschrikken bij de gedachte er aan om de schuld te geven aan verkrachtingsslachtoffers voor hun lijden. Een van de fundamenten van de liberale samenlevingen is altijd geweest dat het slachtoffer van agressie niet verantwoordelijk is voor het gedrag van zijn of haar aanvallers '.
In de afgelopen dagen, hebben we een gevaarlijke stijging van dit principe onder de Amerikaanse elites opgemerkt.
Vorige week zondag deden twee islamitische terroristen, gewapend met geweren een poging om een bloedbad onder de deelnemers aan een Muhammed cartoon tekenwedstrijd in Garland, Texas aan te richten.
Het doel van de wedstrijd was vanzelfsprekend, de organisatoren wilden de vrijheid van meningsuiting verdedigen en het recht op leven van critici van het islamitische totalitarisme. In plaats van zich met organisatoren en deelnemers aan de wedstrijd bezig te houden richten de Amerikaanse media van MSNBC tot Fox News zijn vurige pijlen op Pamela Geller, de belangrijkste organisator van het evenement en beschuldigde haar er van (mede)verantwoordelijk te zijn voor deze aanval. Het Witte Huis maakte een en ander nog spannender en weigerde eenvoudigweg om deze laffe aanval te veroordelen. Het Witte Huis durfde het niet aan om deze terreuraanslag te veroordelen, en de media zetten hun offensief tegen Geller in zelfs nadat islamitische staat deze aanval reeds had opgeëist en de belofte uitsprak om Geller en iedereen die haar helpt zich schuil te houden of haar de mogelijkheid geeft zich in de media te uiten "af te slachten" en men kondigde aan dat men een netwerk klaar heeft en zal gebruiken om meer aanvallen tegen de Amerikanen te lanceren.
Tot op zekere hoogte is het nog wel te verdedigen dat het Witte Huis weigerde om de aanval te veroordelen, evenals de kettingreactie in de media tegen Geller nog wel een beetje valt te begrijpen. De meeste Amerikanen schrijven dit toe aan het overkoepelende begrip "Leven en laten leven." En het is een goede zaak dat ze dat doen. Het is onmogelijk om een liberale samenleving te handhaven zonder een basis van tolerantie omtrent de verschillen tussen de inwoners. Helaas zijn er echter groepen die een liberale samenleving niet kunnen tolereren zonder er mee op te houden liberaal te zijn.
Wanneer een groep zegt dat de maatschappij als geheel zijn vrijheden moet beperken zodat de leden zich comfortabel kunnen voelen passeert deze hiermee een grens die niet kan of mag worden overschreden. Zo ook wanneer een groep eist dat de samenleving moet kiezen tussen haar en een andere groep die niet het zelfde denkt is de afgifte van een soortgelijk ultimatum het eisen dat een lijn wordt overgegaan die eigenlijk onbespreekbaar dient te zijn. Met andere woorden, is het zo dat een groep die een limiet op de vrijheid en de rechten van anderen eist een groep is die schaden aan de fundamenten van de liberale samenleving wil aanbrengen. Als een samenleving wenst liberaal te blijven dan moeten zij dergelijke groepen beperken in hun bewegingsvrijheid.
Kampioen is de intolerante islam in het testen van de sterkte van de liberale samenlevingen, omdat ze hen dwingen om te kiezen. Verontrustend, zoals we zien met de weigering van het Witte Huis en media om te erkennen dat, zoals het verkrachting slachtoffer met de te spannende kleding, niet Geller verantwoordelijk is voor de beslissing van de jihadisten om haar en de deelnemers aan haar evenement proberen te doden, de Amerikaanse samenleving heeft keihard gefaald voor deze test.
Geller en haar collega's zijn niet de enige slachtoffers die de Amerikaanse elites weigeren als slachtoffers te zien van de agressors. In de afgelopen jaren zijn op universiteiten in heel Amerika, de universiteit autoriteiten er niet in geslaagd om onderscheid te maken tussen de tolerante en intolerant groepen en kiezen ook deze zo effectief de kant van de intolerante groepen in plaats van voor hun slachtoffers.
De voornaamste slachtoffers van deze troonsafstand van morele verantwoordelijkheid aan de kant van de leiders zijn geen contra-jihad activisten zoals Geller en haar collega's geweest, nee de voornaamste slachtoffers zijn Joden geweest. Volgens een studie uitgevoerd door het Louis Brandeis Center in Washington is vorig jaar meer dan de helft van de Joodse studenten aan Amerikaanse universiteiten slachtoffer of getuige van antisemitisme geweest.
Deze week publiceerde Mozaïek (het online tijdschrift van joodse zaken) een essay van prof Ruth Wisse van Harvard en deze beschrijft de opkomst en de verspreiding van antisemitisme op de campussen in de VS. Hierin mocht Wisse de details over de snelle opkomst van het antisemitisme aan de UCLA illustreren.
"Jodenhaat aan de UCLA" barsten het los in de krantenkoppen in maart toen werd gemeld dat leden van de studentenraad in eerste instantie een solicitatie van een student om te dienen op een invloedrijke functie afwees met de reden dat ze "zeer actief was in de joodse gemeenschap." Het verhaal veroorzaakte golven van verontwaardiging en afkeer vanuit de juiste hoeken, maar het incident was niet een zo uitzonderlijk. Een soortgelijk incident deed zich vorige maand ook aan Stanford voor en zou ongetwijfeld regelmatig voorkomen maar dan niet bekend worden gemaakt of worden opgepakt door de media.. Deze open antisemitische aanvallen zijn het voorzienbare gevolg van de campus culturen vol sympathie voor het antisemitisme.
Wisse herinnerde ons eraan dat in het begin van het jaar, een consortium van anti-Israëlische organisaties gevraagd heeft dat kandidaten voor de studentenraad over gaan tot het ondertekenen van een "verklaring van de ethiek." De verklaring bevatte een belofte niet deel te nemen aan uitstapjes naar Israël georganiseerd door "zionistische groeperingen", waaronder de Zionist Organization of America, AIPAC, de Anti-Defamation League of Aish International Hasbara Fellowships.
Één van de kandidaten (die werd verkozen tot voorzitter van de studentenraad) ondertekende dit.
Een groep van pro-Israëlische organisaties heeft openheid gevraagd en wou van de UCLA kanselier de zogenaamde "verklaring van de ethiek." mogen inzien. Kanselier Gene Block weigerde, het werd een "beschermde verklaring" genoemd. Het respons van Block was schrikbarende hypocriet. Verklaringen van de oppositie tegen homoseksuelen, vrouwen, moslims, zwarten, en een aantal andere groepen worden niet beschouwd als beschermde verklaringen aan de UCLA. Zijn bewering dat de anti-Joodse verklaring wordt beschermd in tegenstelling met andere groepen is op zich zelf al een onverdraagzame statement.
Bovendien is zijn bewering dat de "verklaring van de ethiek" is beschermd is de meningsuiting intrinsiek vals. De inhoud van dit "statement", was zelf een aanval op de vrijheid van meningsuiting. De samensteller en ledenraad zochten kandidaten voor het studenten leiderschap om deze te dwingen ermee in te stemmen om zichzelf niet bloot te stellen aan zionistische ideeën, en dus zwijgen zionistische stemmen en zo voorkomen ze een open debat. Block maakte een aanfluiting van de vrije meningsuiting door te beweren dat de "verklaring van de ethiek" werd beschermd en er om die reden geen medewerking kon worden gegeven.
Een rechte lijn verbindt Blocks weigering om onderscheid te maken tussen anti-Israël agressors en hun pro-Israël slachtoffers en de afwijzing van een student's kandidatuur voor de raad, want anders wordt de studentenraad te joods. Block maakte het acceptabel om het slachtoffer de schuld te geven en niet de UCLA, zolang het slachtoffer een Jood is uiteraard.
In campussen in heel Amerika is antisemitisme legitiem. Anti Israël groeperingen winnen het niet altijd in hun strijd voor de campus boycot van de Joodse staat, maar dat betekent niet dat ze niet bereiken wat zij als doelstelling hebben om te volbrengen. Het primaire doel van de anti Israël groepen op de campus is niet om de boycot resoluties te passeren. Hun doel is in de eerste plaats om het antisemitisme te normaliseren door het normaliseren van de lasterlijke bewering dat er iets intrinsiek controversieel verkeerd is aan het zionisme, Israël en Joden die Israël steunen.
Net zoals de media beweert dat Geller verantwoordelijk is voor de jihadistische aanslag tegen haar eigen evenement, zijn het dus bij Amerikaanse universiteiten, pro-Israël activisten (en zelfs niet activist joodse studenten en professoren die weigeren om Israël te veroordelen) die worden beschuldigd van racisme. Volgens de heersende wijsheid zijn de Joden de fanatici en de agressors, omdat ze weigeren om Israël te veroordelen en zelfs durven om het voor Israël op te nemen. Daarmee kwetsen ze de gevoelens van de anti Israëlische activisten die niet vreedzaam naast elkaar kunnen leven met mensen die het bestaansrecht van Israël te steunen.
Het omgekeerde is natuurlijk het geval.
De anti-Israël studenten, net als de terroristen in Texas manipuleren de grens tussen aanvaardbaar en onaanvaardbaar gedrag in een liberale samenleving. Door te eisen van de samenleving en van mensen buiten de campus om te kiezen tussen hen en de joden maken een samenleven onmogelijk iets, ze eisen dat de Amerikaanse samenleving hun kant met intolerantie kiest en kiest tegen zijn fundamentele principe van "Leven en laten leven."
Een van de grote problemen waarmee zij die de antisemieten bevechten op campussen worden geconfronteerd is het feit dat een aanzienlijk aantal joden zich heeft aangesloten bij de antisemieten in hun zoektocht om de joden te verdrijven uit het openbare leven. Organisaties als J Street and Jewish Voices for Peace werden opgericht om een Joodse stempel van goedkeuring aan de anti-Israël campagnes te geven. En zij zijn niet de enige Joden die inspanningen doen om de universiteit te dwingen om de kant van de Joden tegen hun aanvallers op een andere manier te belichten..
Vorige maand heeft het hoofd van de Joodse Federatie in Orange County zich na verluidt bemoeid met de studenten viering van Yom Haatzmaut aan de Universiteit van Californië in Irvine alwaar islamitische anti-Israël demonstranten probeerden om de festiviteiten te ruïneren. Volgens een verslag van de gebeurtenissen in het online Frontpage Magazine werden de pro-Israëlische studenten en deelnemers gescheiden van islamitische student demonstranten door het plaatsen van een lijn van studenten tussen hen in die zwaaiden met Israëlische en Amerikaanse vlaggen. Deze "vredes" actie werd agressief tegengewerkt door Federation directeur Lisa Armony en Federatie President Shalom Elcott. Ze stonden erop dat de Israëlische vlaggen werden afgebroken en verwijdert omdat ze de anti-Israël demonstranten op deze manier te veel zouden hinderen.
Volgende week tijdens een consortium van zionistische groeperingen zullen ze demonstreren buiten het UJA-Federatie gebouw in New York om de groepen die ondersteuning geven aan de boycot van Israël te helpen. De voorzitter van de UJA-Federatie Alisa Doctoroff is naar verluidt een belangrijke donor van het Nieuwe Israël Fonds, dat pro-boycot groepen financiert.
De Amerikaanse elites (waaronder ook de joodse elites) en hun bereidheid om anti-joodse discriminatie op Amerikaanse campussen oogluikend toe te laten, even zoals hun bereidheid om aanslagen op anti-jihad activisten zoals Geller te accepteren, is verwoestende voor de Amerikaanse Joodse gemeenschap en voor Amerika als geheel..
Hun weigering om onderscheid te maken tussen het slachtoffer en de agressor, en hun bereidheid om met de agressor tegen het slachtoffer te gaan staan bedreigt de Amerikaanse Joodse gemeenschap en verzwakt de liberale fundamenten van de Amerikaanse samenleving.
De opkomst en de verspreiding van antisemitisme in elite kringen in de VS bedreigt natuurlijk ook Israël.
Wat kan de regering van Israël doen om de opkomst van het antisemitisme in Amerika te bestrijden? Hoe kan men het doel van de demonisering verslaan? en wie demoniseren het?
Aangezien de krappe 61 zetel meerderheid de nieuwe regering van premier Binyamin Netanyahu's instabiel maakt, een smalle coalitie heeft een duidelijk voordeel ten opzichte van een regering van nationale eenheid met links. Als hij de wil heeft om deze dreiging te verslaan kan Israël niet doorgaan door met twee stemmen te spreken. Israël kan deze strijd niet winnen als ministers deelnemen aan J Street conferenties. Het kan niet zijn verdedigers verdedigen als leden van de regering zeggen dat Israël alleen legitiem is als het actief er aan werkt om zijn hoofdstad af te staan aan terroristische groeperingen die haar totale vernietiging wensen.
De reactie van de regering op deze aanval moet duidelijk en compromisloos zijn: De vrijheid van het Amerikaanse jodendom, het joodse zijn, zoals het vermogen van de VS om een liberale democratie te blijven afhankelijk is van het herstel van het vermogen van de Joodse Amerikanen en Amerikaanse elites om onderscheid te maken tussen slachtoffers en daders en van hun bereidheid om de kant van de slachtoffers te gaan kiezen.
Artikel origineel verschenen in Jerusalem Post
Geschreven door Caroline Glick
vrije vertaling Bolo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten