Onvoorstelbaar wreed. Zo is het bestuur van Islamitische Staat (IS) te typeren in de veroverde dorpen en steden. Een impressie vanuit Eski Mosul, dat inmiddels door Koerdische strijders is bevrijd.
Op het moment dat strijders van de extremistische beweging Islamitische Staat het Iraakse dorp Eski Mosul binnenstormen weet Sheikh Abdullah Ibrahim meteen dat zijn vrouw in de problemen zit. Buthaina Ibrahim is een uitgesproken voorvechter van de mensenrechten, die ooit aan het hoofd stond van de provincieraad in Mosul.
De IS-strijders eisen dat ze een speciale kaart aanvraagt waarop staat dat ze boete heeft gedaan. „Ze zei dat ze nooit zo laag zou zinken”, zegt haar man een halfjaar later over de tijd dat IS de scepter zwaaide over Eski Mosul.
Het ‘kalifaat’, dat een jaar geleden werd uitgeroepen, eist absolute gehoorzaamheid. Mensen worden vermoord omdat ze worden beschouwd als een gevaar voor IS of omdat ze niet vroom genoeg zijn. Nog eens 5 tot 8 miljoen mensen zuchten onder een regime dat in korte tijd hun hele wereld op zijn kop heeft gezet.
Het kalifaat is een plaats waar mannen zichzelf rijkelijk besprenkelen met parfum om de geur van de verboden sigaretten te verdoezelen. Een plek waar taxichauffeurs en automobilisten naar de radiozender van IS luisteren, omdat op het luisteren naar muziek tien zweepslagen staat. Het is de plek waar vrouwen geheel bedekt over straat moeten, in het zwart en op schoenen met platte zolen. Waar winkels dicht moeten tijdens het gebed en waar iedereen die nog op straat loopt naar de moskee wordt gehaald om te bidden.
Er is geen ontsnappen aan. Mensen verdwijnen. Soms wordt hun verdwijning uitgelegd met een beknopte overlijdensakte of, nog erger, met een video van een onthoofding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten