.

.
Volg mij ook op TWITTER klik hiervoor op de foto

zaterdag 16 augustus 2014

Het islamtische Moordenaars-gilde

Twee menselijke verhalen, 

leven onder dreiging van de islam.



Irak -- Interview: 

Layla '2.500 euro kun je verdienen met de tip die tot mijn executie leidt'


Als soennitisch moslim was zij geen doelwit, dacht ze. Maar tien dagen nadat Mosul in handen viel van de jihadisten, kwamen ze ook bij deze politievrouw.

Artikel van REMCO ANDERSEN voor de Volkskrant van zaterdag 15 Augustus

Iedere ochtend huilt Layla, zegt een man wiens familie op dezelfde bouwplaats slaapt. Ze lacht alleen als ze over haar kinderen praat,maar ook dat wordt minder. De forse 32-jarige Layla, gehuld in jurk met luipaardmotief en een paarse hoofddoek, knikt alleen. Ooit was ze een trotse politieagent, de vrouwe der familie. Haar ogenstralen als ze het heeft over die tijd,over hoe ze drie dochters en een zoon grootbracht van haar keurige salaris. Dat ze haar gezin voorheen veilig hield in moeilijke tijden.'Mijn enige zorg is mijn gezin', zegt ze steeds. 'Wij zijn dakloos. Wat wordt nu het lot van mijn kinderen?Daarom huil ik.' Ze kijkt naar de vloer. 'Het is zo vernederend, zo vernederend.'
Toen de islamitische Staat (IS,voorheen bekend als ISIS) twee maanden geleden Mosul innam,dacht Layla aanvankelijk dat ze de dans ontsprongen was. Als soennitisch moslim was zij geen doelwit voor haar extremistische geloofsgenoten, en kennelijk wisten ze niet dat zij politieagent was. IS-strijders trokken systematisch de buurten in, klopten op de deuren van hun doelwitten, en namen ze mee. Maar Layla sloegen ze over.
Het is een patroon dat vrijwel iedereen beschrijft die IS aan het werk heeft gezien: ze zijn bijzonder goed voorbereid, georganiseerd en geinformeerd. 'Ze kwamen met lijsten: hier woont een politieagent,hier een militair, hier een lid van de gemeenteraad', zegt Layla over de islamitische Staat. 'Zelfs onze eigen buren begroetten de strijders met een kus op de wang, ze waren duidelijk oude vrienden. Vroeger kwamen wij vaak bij hen over de vloer.'
Het verhaal van Layla en haar gezin is dat van vele honderden bouwplaatsbewoners langs de weg van Erbil naar Mosul. Het zijn merendeels soennitische etnische Arabieren. Onwelkom in Koerdisch Irak, niet in staat om terug te gaan naar Mosul, onttrokken aan het oog van de hulporganisaties. De meesten werkten voor de veiligheidstroepen of de civiele overheid, en eindigden zo op de dodenlijst van de islamitische staat.
Haar kinderen spelen op de achtergrond, tussen de brokstukken rond de bouwplaats en andere zwervende families. Layla doet alsof de geur van stront en urine niet bestaat, terwijl haar oudste dochter een kop mierzoete Iraakse thee vanaf een gas koker aanbiedt. Een groen kleed op de tegelvloer doet dienst als woonkamer. Bezoekers trekken hun schoenen uit. Het is Layla's manier om wat waardigheid te
behouden, zoals ze de kleding van haar kinderen brandschoon houdt.Alsof ze er niet echt deel van uitmaken, alsof de bouwplaats het decor is van een nachtmerrie.
Ooit waren ze gelukkig in Mosul.Layla groeide op in Bagdad en verhuisde in 1999 naar de noordelijke stad om te trouwen met haar man Rami, ook oorspronkelijk uit Bagdad. De eerste jaren waren goed, maar na de val van Saddam Hussein ging het bergaf. Haar man verloor zijn baan als beroeps militair toen de Amerikanen het leger ontbonden. Terwijl hij probeerde het gezin te onderhouden als dagloner, raakte Irak in de greep van sektarische oorlogen,bomaanslagen, moordpartijen.Mosul werd de meest onveilige stad van het land.
Ironisch genoeg werd dat Layla's emancipatie. Na een serie zelfmoordaanslagen door gesluierde vrouwen rekruteerde de plaatselijke politie grote aantallen vrouwelijke agenten om verdachte vrouwen te fouilleren. Layla begon in 2010 als beveiliger bij het gemeentehuis, en verdiende ruim vier keer zoveel als haar man. Ze grijnst bij de berekening.Echtgenoot Rami merkt op dat ze een liberaal gezin zijn, niet zo conservatief als die mensen uit Mosul.
Hun redding werd uiteindelijk hun ondergang. Tien dagen nadat Mosul in handen viel van de jihadisten, klopten ze ook op Layla's deur. Ze kreeg 48 uur om te vertrekken. 'Als vrouw heb ik niet tegen ze gevochten', zegt ze.'Mannelijke agenten executeren ze.' Layla vluchtte, en weet nu dat IS een beloning heeft uitgeloofd voor wie aan de bel trekt als ze terugkeert - standaardprocedure bij bannelingen. Omgerekend 2.500 euro kun je verdienen met de tip die dan tot Layla's executie leidt.
Gevraagd naar de beste dagen van haar leven, is het antwoord direct.'Van 1999 tot 2003,' zegt ze. 'Voorde val (van Saddam Hussein). Nu zijn er plunderaars,moordaanslagen, autobommen.Maar vroeger was er veiligheid.'Layla's gezicht vertoont inmiddels een brede glimlach. 'Toen hadden we net een kind. We gingen op tripjes naar Bagdad, als een gezin.De deur stond altijd open bij ons thuis. Dat waren de mooiste dagen van mijn leven.'


Irak -- Interview: 

Mokhlas Yousef Yaqoub 

Als IS aanklopt: terreur die tot in de finesses is voorbereid

De terreurgroep IS dreigt Irakeze nmet grof geweld. Een koster uit Qaraqosh vertelt hoe hem een oog is uitgestoken. In Mosul duwden IS-strijders een agente een lijst van inwoners onder de neus. 'U krijgt 48 uur om te vertrekken.'

Artikel van REMCO ANDERSEN voor de Volkskrant van zaterdag 15 Augustus
De man met een oog wist niet te ontkomen aan het terreurleger van de islamitische Staat. Mokhlas Yousef Yaqoub (37) werd vorige week donderdagochtend om zes uur gewekt door het geluid van geweer vuur, nabij zijn huis naast de Heilige Jacob kerk in Qaraqosh,ook wel 'de christelijke hoofdstad van Irak' genoemd. Yaqoub ging naar de buren: weg.Het politiebureau: leeg. De Koerdische strijdkrachten: gevlucht. Bij het ziekenhuis in de verlaten stad stuitte hij op de nieuwe machthebbers, gemaskerde en bebaarde mannen achter op een pick-up met machinegeweer. 'Ze vroegen me of ik christen of moslim was. Ik zei christen. Toen begonnen ze met slaan. Ze zeiden dat ik me moest bekeren. Ze dreigden mijn arm af te hakken.' Hij ontbloot zijn rechterschouder ter verklaring: een tatoeage van de maagd Maria. 'Terwijl ik geboeid was, met mijn handen op mijn rug,nam een van hen een mes en sneed mijn oog open. Toen raakte ik bewusteloos.' Terwijl christelijke gezinnen op de binnenplaats van een kerk in de Koerdische hoofdstad Erbil het middagmaal voorbereiden, dwaalt Mokhlas in zijn eentje door de mensenmassa's. De meesten hier zijn vorige week de christelijke dorpen rond Mosul ontvlucht, vlak voordat de jihadisten van de islamitische Staat binnenvielen. Ze belden elkaar, klopten op elkaars deur of hoorden de kerkklokken het alarm luiden. Maar niemand belde Mokhlas. De klokken van zijn kerk in Qaraqosh luidden niet. Toen hij bij bewustzijn kwam, lag hij bij een weg aan de rand van het stadje. Hebben de strijders hem daar voor dood achtergelaten? Hij weet het niet. Hij had wel een pleister op zijn oog. 'Ze hebben ook artsen bij zich,' zegt hij over de jihadisten. 'Misschien heeft een van hen die pleister op mijn oog geplakt.' Oorlogen De magere Mokhlas stond niet vooraan toen het levensgeluk werd uitgedeeld. Als beveiliger van een kerk in Qaraqosh begon hij twee jaar geleden aan zijn eerste echte baan; daarvoor was hij schoenpoetser. Zijn vader overleed toen hij achtien jaar was, en hij heeft zijn hele jeugd gewerkt om het gezin te helpen onderhouden. Hij kan 'een beetje' lezen en schrijven,zegt hij zachtjes, door de twee jaar die hij op school zat. Drie van zijn broers kwamen om in de oorlogen van Saddam Hussein, de vierde wil niets met Mokhlas te maken hebben. Zijn vrouw, dochter en twee zoons waren niet thuis toen IS vorige week binnenviel in hun woonplaats.Toevallig waren die al in Erbil. Zijn vrouw moest er naar de dokter en maakte er een uitstapje van. Ze sliepen in een hotel maar dat kunnen ze niet meer betalen. Nu slapen ze op het terrein van de MarYousef kerk, met duizenden anderen. Mokhlas op het gras, zijn gezin in de kapel. Het was middag toen hij bij bewustzijn kwam. In de brandende zon is hij gaan lopen in de richting van Erbil - 50 kilometer verderop.Hij passeerde afslagen naar christelijke dorpen, maar wist dat die allemaal in handen van IS waren. Na zeven uur lopen,vechtend tegen de dorst, kwam hij's avonds bij een rivier - de rand van IS-gebied. Daar viel hij weer in handen van bebaarde mannen. Terwijl Mokhlas, gezeten tegen een muurtje, zijn verhaal vertelt,verzamelt zich een groep vluchtelingen om hem heen. Als een haag zorgen ze voor schaduw.Eerdere gesprekken werden onderbroken door omstanders,maar als Mokhlas aan het woord is,zwijgen anderen. Met zijn kalme,weloverwogen spreektrant dwingt hij stilte en respect af. Hij geeft sigaretten - zelf gekregen -wanneer kampjongens ernaar vragen. Hij weigert naar zijn eveneens arme zus te gaan om te eten of te douchen. Naar je zus, di eafhankelijk is van haar echtgenoot, dat is beneden de waardigheid vaneen Arabische man. Hij verbiedt hetzijn vrouw en kinderen niet.
De bebaarde mannen warenstrijders, hij denkt ook van IS. Toen ze zijn bebloede shirt zagen, gaven ze hem 10 duizend Iraakse dinar(ruim 6 euro) en stuurden hem op een opgeblazen vrachtwagenband naar de overkant van de rivier.Mokhlas weet niet waarom ze dat deden. Misschien zijn er onder de jihadisten ook verschillende mensen; misschien dat deze mannen zich schaamden voor wat hem overkomen was.

Geen paspoort meer
In Erbil is hij veilig. Maar waar moet hij heen? Naar huis kan voorlopig niet. Het liefst zou hij emigreren. Al wordt dat moeilijk, voegt hij eraan toe: hij heeft geen paspoort meer.De jihadisten hebben alles afgenomen. Zelfs zijn trouwring.Alleen een kopie van zijn Iraakse identiteitskaart heeft hij nog. En één werkend oog. Mensen van de kerk hebben hem in Erbil meegenomen naar een dokter,maar die zei dat opereren zinloos is: dat andere oog gaat nooit meer werken.
'Mijn grootste probleem is verdriet',zegt Mokhlas, terwijl hij plaatsneemt tegen het wiel van een auto, in de schaduw. 'Ik heb geen cent meer. Ik kan niet eens een maaltijd kopen voor mijn dochter.Alles wat ik over heb in het leven, is verdriet.'
De bebaarde strijders van islamitische Staat namen hem te grazen, maar met nog één oog wist hij te ontkomen. In Erbil doet hij zijn verhaal.

'Bekeer je tot de islam, zeiden ze,of we hakken je arm eraf'


Geen opmerkingen: