Dit is het moment waarop het Westen de ogen moet openen.
In Egypte begrijpen ze er helemaal niets van.
Op 25 januari 2011 was er een revolutie tegen de seculiere dictatuur van Mubarak. Tegen falende bestuurders.
Begonnen door het volk en dus van het volk. Het leidde tot de eerste gekozen president van het land.
Op 30 juni vorig jaar vond er een nog grotere revolutie plaats tegen de theocratische dictatuur van de Moslimbroederschap. Ook weer door het volk en dus van het volk. President Mursi had in de ogen van de Egyptenaren gefaald en zou het land zelfs hebben verraden. De eerste revolutie werd gesteund door hetWesten. De tweede niet. Hoe kan dat?
Egypte staat op een drempel. Vorige maand was er een referendum over een nieuwe grondwet. Een wet die veel beter is dan het vorige ontwerp onder de Mursi-regering. In termen van mensenrechten, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, beperking van de macht en sociale rechtvaardigheid zijn stappen gezet. Maar papier is geduldig.Vanzelfsprekend brengt zo’n nieuwe wet nog geen vrede in een land van grote tegenstellingen.
Dat bleek onlangs weer eens toen het militaire regime ervoor koos om kritische journalisten, onder wie de Nederlandse Rena Netjes, te beschuldigen van steun aan terrorisme. We moeten er als Nederland bovenop zitten dat dit soort praktijken stoppen.
Maar de vraag is wel of de VS en Europa zich daadwerkelijk bewust zijn van de complexiteit van de situatie in Egypte. De vele Egyptenaren die wij vorige week spraken, vinden dat de Verenigde Staten en de Europese Unie veel te lang en te vriendelijk Mursi hebben gesteund. Terwijl voor miljoenen Egyptenaren duidelijk was dat de moslimbroeders een geheel eigen agenda volgden. Een agenda, die geen ruimte liet voor andersdenkenden en waarbij niet het belang van Egypte, maar het bredere belang van de moslimbroeders in de regio, centraal stonden. Onder een president, die welgekozen was, maar alle beloften en democratische regels schond.
Hij trok in november 2012 alle macht naar zich toe en liet extremisten, onder meer in de Sinaï, de vrije hand.
De Egyptenaren voelden zich volkomen gerechtigd om opnieuw de straat op te gaan, ditmaal tegen een theocratische dictatuur.
Gematigde moslims en christenen voelen zich nu bevrijd en hebben weer hoop. Zij zien in maarschalk al-Sisi, die het waagde om Mursi aan de kant te zetten, een verlosser.HetWesten moet nu niet dezelfde fout maken als bij Mursi, namelijk het regime kritiekloos steunen terwijl enkel lippendienst werd bewezen aan de principes van een democratische rechtsstaat. Maar Egypte verdient wél een eerlijke kans van de Verenigde Staten en Europa.
Het brengt ons op het grote probleem van Egypte. De steun voor al-Sisi en de koers die hij inzet lijkt massaal. Maar is een duurzame toekomst mogelijk als de moslimbroeders de machtswisseling van 2013 blijven weigeren te accepteren? Zeker als zij een flink deel van het volk vertegenwoordigen?
Democratie behoort inclusief te zijn. En dus alle groepen te vertegenwoordigen. Maar het is wel tweerichtingsverkeer. Deelnemers aan de democratie behoren zich volgens de regels van het spel te gedragen. Het gewapende verzet, waartoe de moslimbroeders hun toevlucht hebben genomen, nadat ‘hun’ president de macht is ontnomen, doet op dat punt het ergste vrezen. Zeker omdat dit geweld, vooral in eerste instantie, niet was gericht tegen leger en politie, maar tegen medeburgers en in het bijzonder de christelijke kopten. Een ding is zeker: de weg naar democratie en rechtsstaat kan nooit in handen liggen van groeperingen die de democratie en rechtsstaat ten diepste verwerpen.
Begonnen door het volk en dus van het volk. Het leidde tot de eerste gekozen president van het land.
Op 30 juni vorig jaar vond er een nog grotere revolutie plaats tegen de theocratische dictatuur van de Moslimbroederschap. Ook weer door het volk en dus van het volk. President Mursi had in de ogen van de Egyptenaren gefaald en zou het land zelfs hebben verraden. De eerste revolutie werd gesteund door hetWesten. De tweede niet. Hoe kan dat?
Egypte staat op een drempel. Vorige maand was er een referendum over een nieuwe grondwet. Een wet die veel beter is dan het vorige ontwerp onder de Mursi-regering. In termen van mensenrechten, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, beperking van de macht en sociale rechtvaardigheid zijn stappen gezet. Maar papier is geduldig.Vanzelfsprekend brengt zo’n nieuwe wet nog geen vrede in een land van grote tegenstellingen.
Dat bleek onlangs weer eens toen het militaire regime ervoor koos om kritische journalisten, onder wie de Nederlandse Rena Netjes, te beschuldigen van steun aan terrorisme. We moeten er als Nederland bovenop zitten dat dit soort praktijken stoppen.
Maar de vraag is wel of de VS en Europa zich daadwerkelijk bewust zijn van de complexiteit van de situatie in Egypte. De vele Egyptenaren die wij vorige week spraken, vinden dat de Verenigde Staten en de Europese Unie veel te lang en te vriendelijk Mursi hebben gesteund. Terwijl voor miljoenen Egyptenaren duidelijk was dat de moslimbroeders een geheel eigen agenda volgden. Een agenda, die geen ruimte liet voor andersdenkenden en waarbij niet het belang van Egypte, maar het bredere belang van de moslimbroeders in de regio, centraal stonden. Onder een president, die welgekozen was, maar alle beloften en democratische regels schond.
Hij trok in november 2012 alle macht naar zich toe en liet extremisten, onder meer in de Sinaï, de vrije hand.
De Egyptenaren voelden zich volkomen gerechtigd om opnieuw de straat op te gaan, ditmaal tegen een theocratische dictatuur.
Gematigde moslims en christenen voelen zich nu bevrijd en hebben weer hoop. Zij zien in maarschalk al-Sisi, die het waagde om Mursi aan de kant te zetten, een verlosser.HetWesten moet nu niet dezelfde fout maken als bij Mursi, namelijk het regime kritiekloos steunen terwijl enkel lippendienst werd bewezen aan de principes van een democratische rechtsstaat. Maar Egypte verdient wél een eerlijke kans van de Verenigde Staten en Europa.
Het brengt ons op het grote probleem van Egypte. De steun voor al-Sisi en de koers die hij inzet lijkt massaal. Maar is een duurzame toekomst mogelijk als de moslimbroeders de machtswisseling van 2013 blijven weigeren te accepteren? Zeker als zij een flink deel van het volk vertegenwoordigen?
Democratie behoort inclusief te zijn. En dus alle groepen te vertegenwoordigen. Maar het is wel tweerichtingsverkeer. Deelnemers aan de democratie behoren zich volgens de regels van het spel te gedragen. Het gewapende verzet, waartoe de moslimbroeders hun toevlucht hebben genomen, nadat ‘hun’ president de macht is ontnomen, doet op dat punt het ergste vrezen. Zeker omdat dit geweld, vooral in eerste instantie, niet was gericht tegen leger en politie, maar tegen medeburgers en in het bijzonder de christelijke kopten. Een ding is zeker: de weg naar democratie en rechtsstaat kan nooit in handen liggen van groeperingen die de democratie en rechtsstaat ten diepste verwerpen.
De complexe situatie in Egypte geeft blijvend reden tot zorg. Bij de viering van de derde verjaardag van de revolutie waren zestig doden te betreuren. Op terreur en destabilisatieacties, waarvoor de Moslimbroederschap nu kiest, moet natuurlijk een antwoord komen. Maar hard terugslaan, met risico’s op een ‘dictatuur Mubarak 2.0’, kan het antwoord niet zijn.
Toch is dit het moment waarop hetWesten de ogen moet openen voor wat er in Egypte al is bereikt. Er is wel degelijk iets blijvends veranderd na 25 januari 2011. Mensen zijn zelfbewuster geworden, houden zich bezig met politiek waar ze dat nooit eerder hebben gedaan. De Egyptenaren hebben ervaren dat wat zij vinden ertoe doet. Dat zagen ze toen Mubarak het veld moest ruimen. En dat is wat hen nog steeds drijft, nu de nieuwe grondwet is aangenomen en de verkiezingen voor de nieuwe president en het parlement aanstaande zijn.
Dat zelfbewustzijn biedt kansen om te bouwen aan het nieuwe Egypte. Wat ons betreft, niet zonder, maar met krachtige hulp van het nabije Europa. Er gaat nog veel mis in Egypte. Toch is het hoog tijd dat hetWesten de ogen opent voor wat er in het land al wel is bereikt.
door Peter van Dalen en Joël Voordewind
Toch is dit het moment waarop hetWesten de ogen moet openen voor wat er in Egypte al is bereikt. Er is wel degelijk iets blijvends veranderd na 25 januari 2011. Mensen zijn zelfbewuster geworden, houden zich bezig met politiek waar ze dat nooit eerder hebben gedaan. De Egyptenaren hebben ervaren dat wat zij vinden ertoe doet. Dat zagen ze toen Mubarak het veld moest ruimen. En dat is wat hen nog steeds drijft, nu de nieuwe grondwet is aangenomen en de verkiezingen voor de nieuwe president en het parlement aanstaande zijn.
Dat zelfbewustzijn biedt kansen om te bouwen aan het nieuwe Egypte. Wat ons betreft, niet zonder, maar met krachtige hulp van het nabije Europa. Er gaat nog veel mis in Egypte. Toch is het hoog tijd dat hetWesten de ogen opent voor wat er in het land al wel is bereikt.
door Peter van Dalen en Joël Voordewind
Peter van Dalen en Joël Voordewind zijn respectievelijk Europarlementariër en Nederlands parlementariër voor de ChristenUnie. Ze brachten eind vorige maand nog een bezoek aan Egypte
vanuit E-paper De Gelderlander
1 opmerking:
Wie Rena 'niet zo' Netjes is, moeten ze nog maar eens goed uitzoeken. En:
"Het brengt ons op het grote probleem van Egypte."
Is heel simpel; de Nijl zorgt voor wat vruchtbare landbouwgrond en kan iets van 5 tot 10 miljoen mensen voeden, als je er dan met 80 miljoen zit gaat het mis en als je denkt dat het gezond is om je bevolkingsaantal elke 30 jaar te verdubbelen dan staat er een waanzinnige catastrofe te wachten aan het einde van de weg.
Een reactie posten