‘Drie man in synagoge kon ik niet helpen’
Het lukt Israël maar niet Palestijns geweld te stoppen. In Jeruzalem is weer een bloedbad aangericht.
Jan Franke JERUZALEM – Drie mannen met keppeltjes op en beschermende kleding aan kruipen over de stoep voor de grote Kehilat Bnei Tora- synagoge in de ultraorthodox- joodse wijk Har Nof in Jeruzalem. Twee Palestijnen hebben hier een bloedbad aangericht.
De mannen bestuderen de stoeptegels van dichtbij met grote aandacht. Naast hen staat een emmertje sop. De heren zijn vrijwilligers van ZAKA, een Israëlische organisatie die na aanslagen en verkeersongelukken lichaamsdelen en bloedsporen van de slachtoffers verzamelt. Volgens de joods-religieuze wetten – de halacha – moeten namelijk alle overblijfselen van het lichaam van de overledene begraven worden, ook de bloedspetters. In de synagoge zijn nog veel meer vrijwilligers van ZAKA aan het werk. Enkele uren eerder, tijdens het ochtendgebed, zijn twee jonge Palestijnse mannen uit de wijk Jabel Mukaber in Oost-Jeruzalem het gebedshuis binnengestormd om tekeer te gaan met messen, bijlen en vuurwapens. Vier biddende mannen werden vermoord, acht anderen raakten gewond. De daders zijn tijdens een vuurgevecht met de Israëlische politie gedood.
„Ik was in het gebouw hiernaast aan het bidden toen ik via mijn walkietalkie een melding kreeg van een schietpartij”, zegt Albert Albukai (40), een buurtbewoner en vrijwilliger van het Joodse Rode Kruis die als eerste hulpverlener ter plaatse was. Hij wijst op een fiets die naast de synagoge staat. „Die is van het eerste slachtoffer die hier op de stoep lag. Zijn oor was afgesneden en hij bloedde hevig. Toen ik hem verzorgde schreeuwde hij dat er binnen nog terroristen aan het schieten waren.” Nadat de twee daders voor het gebedshuis werden neergeschoten, ging Albukai naar binnen om de gewonden te verzorgen. ,,Wat ik daar aantrof is onbeschrijfelijk. Ik zag drie mannen met gebedsriemen om die zo erg met bijlen waren toegetakeld dat ik direct wist dat ik ze niet meer kon helpen. Twee anderen heb ik nog wel verpleegd.”
In de uren na de aanslag drommen geëmotioneerde buurtbewoners samen voor de synagoge.
Vrouwen vallen elkaar op straat in de armen. Het geweld dat in andere delen van deze stad frequent is, bleef deze rustige, welgestelde buurt tot nu toe bespaard. „Ik hoop dat iedereen in Israël én de rest van de wereld nu begrijpt dat dit een religieuze oorlog met de moslims is, en niet alleen een conflict over land met de Palestijnen”, zegt Dror Shamir (44), een joodse Israëliër uit de kuststad Holon die zodra hij van de aanslag hoorde naar Jeruzalem reed ‘om bij mijn broeders te zijn’. „Hamas, Islamitische Staat, het is allemaal hetzelfde. Ze vermoordenonschuldige mannen tijdens hun gebed, alleen maar omdat ze anders zijn. De fanatieke islam is als een kanker die zich over de hele wereld verspreid. Europa is de volgende”, zegt hij op boze, dreigende toon.
Het is een visie die door veel Israëliërs wordt gedeeld. Hoewel deze aanslag, de dodelijkste in drie jaar, niet direct werd opgeëist door radicaal-islamitische Palestijnse groeperingen zoals Hamas, speelt religie een steeds grotere rol in het Israëlisch-Palestijns conflict. Beelden van Israëlische politieagenten en rechtse joodse activisten op de Tempelberg in Jerudoor zalem, een van de heiligste plekken in de islam én het jodendom, worden avondenlang op de Palestijnse televisie herhaald. Het werkt als een katalysator voor gefrustreerde, geradicaliseerde Palestijnse jonge mannen. Hoewel de Palestijnse president Abbas de aanslag gisteren in de strengste bewoordingen veroordeelde en samen met Israëlische veiligheidsdiensten de rust in de stad probeert te herstellen, windt hij zich in zijn toespraken altijd op over de onrust op de Tempelberg. Die boodschap is nu aangekomen bij de Israëlische leiders. Er komen meer agenten in Jeruzalem, er worden nieuwe wegversperringen opgeworpen én joodse bezoeken aan de Tempelberg wordt ten zeerste afgeraden zolang de onrust duurt. Of dat genoeg is, is maar zeer de vraag. De spanning is groot. „Ik durf nu niet naar de synagoge te rijden,” zegt een Palestijnse taxichauffeur kort na de aanslag. „Als ze mij daar zien of horen, loopt het niet goed met me af.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten